Ex libris is een Latijnse uitdrukking die vertaald kan worden als "uit boeken", wat doorgaans duidt op een merkteken dat wordt gebruikt om het eigendom van een boek te bewijzen. De geschiedenis van het ex libris is zo oud als boeken, al in middeleeuwse manuscripten zijn er geschriften te vinden die de identiteit van de eigenaar bevestigen of waarschuwingen voor degenen die geleende boeken niet hebben teruggegeven.
In de 15e eeuw, met de uitvinding van de losse letters, werd het ex libris een geïllustreerde slip, gemaakt op basis van de persoonlijkheid van de klant. De ex libris getuigde in feite van een bezitterige en ijdele houding van de eigenaar ten opzichte van het boek, vaak voorzien van familiemotto's of wapenschilden. Het werd voor het eerst wijdverbreid in Duitsland en verscheen in de zestiende eeuw in Italië. Aanvankelijk verspreidden ze zich alleen in kloosters of onder adellijke patriciërsfamilies die de boeken in hun bibliotheken, ook wel ex-bibliotheca genoemd, markeerden. In de 18e eeuw werd het gebruik ervan steeds gebruikelijker en uiteindelijk verspreidde het zich in de twintigste eeuw als een echte kunst.
De technieken en onderwerpen weerspiegelen de persoonlijke smaak van de auteur: het zijn vaak monochrome tekeningen die als stempel of gravure gebruikt kunnen worden. Onder de meest voorkomende thema's vinden we boeken en dieren, vooral de uil ; vaak vinden we naast de naam van de auteur ook motto's. Soms zijn ze gebaseerd op woordspelingen die verband houden met de voor- en/of achternaam van de auteur, soms zijn ze gekoppeld aan zijn passies of beroep.
Het ex libris vertegenwoordigt een uniek symbool waarmee de auteur kan opvallen en een noodzakelijke voorwaarde voor alle boekenliefhebbers.